Ahmad, Coco en Taymaa aan het woord
Wat dacht je toen je net aan kwam in Nederland?
C: Ik dacht hoe lang moet ik wachten? Ik heb twee maanden gewacht tot ik naar school kon.
Mijn moeder heeft me wel in China al voorbereid hoe het zou zijn in Nederland. Hoe het leven hier is had ze me allemaal verteld. Ze kwam twee maanden terug naar China om mij speciaal naar Nederland te komen brengen. Ze vertelde over de gebouwen, de huizen en hoe Nederlandse mensen leven. En dat de mensen overdag bijvoorbeeld ook naar de winkel kunnen gaan. Dat wist ik dus al.
A: Bij mij was het zo anders dan Syrië. Op school is er bijvoorbeeld ook een andere sfeer. De mening van een leerling telt en heeft misschien meer waarde ofzo.
T: Ik was de eerste twee maanden ook niet meteen op school maar kreeg les vanuit het AZC op een Nederlandse school. Veel ziet er anders uit, ook de school en tijdens de les is er veel variatie.
Als je woorden als losse woorden leert, ben je ze na een paar dagen weer vergeten.
Hoe leer jij nieuwe woorden?
T: Op ISK is de woordenschat zeg maar nog echt makkelijk. Je probeert tijdens de les een woord te onthouden en je kan het ook vragen. Dat doe ik nu ook. Ik begrijp het soms niet als iemand heel snel gaat praten. Als ik dacht dat ik niet goed heb begrepen, kunnen andere jongeren het nu ook herhalen.
C: Toen ik net in Nederland was, leerde ik iedere dag wel drie uur woordjes. Mijn moeder keek ook naar mij. Toen heb ik ook het boek geleend. Het boek was wel met soms lange zinnen maar dezelfde woorden. Eerst keek ik ook nog Jeugdjournaal, dat hoeft nu niet meer. Het verandert ook omdat je andere woorden wil leren.
A: Ja de woordenschat van het begin weet je ook niet allemaal meer. Als je woorden als losse woorden leert, ben je ze na een paar dagen weer vergeten. Misschien moet je ze op een toets zeg maar ‘uitkotsen’ en daarna vergeet je het. Ik zou toch zeggen door gedwongen Nederlands te praten. Dan weet je ook hoe je een woord in een zin en situatie op gevoel kunt gebruiken. Je praat dan ook zeg maar steeds vloeiender. In het begin loop je op je tenen, ook tijdens de les. Zeker als er niet veel andere mensen zijn die bijvoorbeeld de Arabische taal spreken. Het helpt ook als je andere dingen in het Nederlands hebt, een bijbaan en dat soort dingen.
Wat is het verschil met jouw start in Nederland en nu?
T: De taal, dat denk ik wel. Maar ook waar je woont, ik heb dan tenminste nu meer Nederlandse vrienden die alleen Nederlands spreken en toen niet. Dat is bij mij veranderd.
C: Ja, ik begrijp nu echt veel meer en dat is fijn. Het kost mij nu niet meer veel tijd. In de eerste zomer in Nederland had ik een boek in de bibliotheek geleend en daar heb ik de hele zomer over gedaan om alles te vertalen. Dat doe ik nu niet meer. Ik leer ook door met andere mensen om te gaan.
A: De taal leren was voor mij ook het eerste obstakel. Je moet het doen, het eerste 1,5 jaar is dat echt een barrière waar je door moet. Daarna kun je met Nederlandse vrienden communiceren maar je blijft wel leren. Na vijf jaar blijf ik nog steeds leren.
C, T: Precies dat! Nu leer je wel minder, in het eerste 1,5 jaar leer je echt veel en moet je dat ook doen.
Als ik nog iets mag zeggen, laat je tijdelijke gevoelens je toekomst niet beïnvloeden.
Wat is de beste en slechtste tip die je hebt gekregen tijdens jouw start in Nederland?
C: Ik weet dat niet echt meer. Mijn moeder stimuleerde me wel om Nederlands te leren, ze kon zelf ook nog niet goed tips geven.
A: Gewoon denken dat HAVO/VWO leerlingen anders zijn maar ze zijn niet buitenaards ofzo. Zo voelde ik dat soms wel. Mensen om me heen zeiden dat het heel moeilijk was. Het was ook moeilijk, in het begin moest ik veel tijd nemen om alles te vertalen van mijn hoofd naar het Nederlands.
T: Ja, ik heb ook niet echt tips gehad maar ik zou wel anderen tips kunnen geven.
Wat zou je dan willen zeggen tegen anderen?
T: Gewoon niet bang worden van Nederlandse mensen. Ze helpen je mee en leggen iets graag nog een keer uit. Je hebt ook nog genoeg vrije tijd als dat belangrijk voor je is.
A: Ik zou ook willen zeggen; laat je tijdelijke gevoelens je toekomst niet beïnvloeden. Ik wil daarvoor ook echt docenten bedanken. Zij hebben mij bij de start op deze school ook echt hulp gegeven en aanmoediging. Ze hebben me de tijd gegeven om te leren.
C: Ik zou zeggen; als je hulp nodig hebt: Vragen! Dat helpt echt. Je kunt ook veel gebruik maken van bijvoorbeeld een tussenuur en veel luisteren. Dat geeft jou inzicht in woorden.
Wat ga je verder nog doen vandaag?
T: Ik heb tot het 7e les met veel tussenuren. Ik moet ook nog veel PO’s inleveren. Allemaal precies in dezelfde week. Gelukkig ga ik vrijdag wel naar Frankijk.
C: Dan ben ik gelukkig dat ik na het 5e uur uit ben. Mijn moeder had vandaag ook vrije tijd dus ik ga nog wat leuks doen met haar. Ik zou ook wel naar Frankrijk willen want op vakantie gaan kost anders veel geld.
A: Wacht maar tot je het profielwerkstuk hebt, dan het je sowieso niet voor een dag maar wel voor tachtig uur werk. Ja en als ik toch ook nog iets mag zeggen. Durf het, doe het, het komt goed!